vrijdag 9 maart 2012

Geen muziek om naar te kijken

Gisteren trad in de Amstelkerk in Amsterdam de Amerikaanse band Lambchop op. F en ik hadden de tickets al een tijdje in huis en ons er erg op verheugd. Het album 'Is a woman' ligt bij ons regelmatig op luie zondagochtenden in de cd-speler en via Spotify heb ik tijdens het werk ook vaak 'Nixon' en OH (Ohio) aan staan. De muziek is erg rustig, sereen soms bijna. Een aantal nummers kent een mooie uitgesponnen opbouw, met jazzinvloeden, soms wat Americana of een tikkeltje country door gebruik van een steelguitar. Een concert van zo'n band op zo'n bijzondere locatie, dat kon alleen maar een succes worden. Toch viel dat een beetje tegen.

Toen we binnenkwamen was het voorprogramma al bezig. Dat klonk veelbelovend: het was een zangeres waarvan haar stem me deed denken aan Beth Gibbons (voormalig Portishead) en Björk. Dat gaf precies genoeg spanning aan de muziek- die verder in de lijn van Lambchop lag. (voor de liefhebbers: de zangeres heet Cortney Tidwell , ze speelde later met Lambchop mee en ze heeft ook een album met de frontman opgenomen.)

De zaal was al aardig gevuld en we namen plaats op de achterste rij- daar was nog genoeg plaats en we konden goed in het midden zitten, wat voor het geluid altijd prettig is. Rond 21 uur begon Lambchop zelf. De band speelde uitstekend, maar er was -zeker de eerste drie kwartier van het gesprek- geen interactie met het publiek. Bovendien bleek de Amstelkerk een groot nadeel te hebben: er is geen podium, de 'tribune' bestaat uit een aantal achter elkaar geplaatste stoelen - en op de basgitarist na zaten alle bandleden op een stoel. Dat houdt in dat er vanaf de achterste rij echt NIETS te zien was, althans voor mij niet. De foto die bovenaan deze blogpost staat, was het enige zicht wat ik had.

Ik werd toen wel heel erg met mijzelf geconfronteerd: kennelijk is een concert voor mij niet alleen iets om naar te luisteren, maar ook om naar te kijken. Ik vind het altijd intrigerend om muzikanten aan het werk te zien: de handelingen die ze verrichten, de interactie tussen muzikanten, de manier waarop ze opgaan in het muziek maken... Als dat beeld ontbreekt en ook de muziek niet erg 'spannend' is, dan haak ik af. Daar kwam ik gisteren dus achter. Hoe erg ik het ook vind om het te zeggen: Ik had het gevoel dat ik in een kerk zat waar ze een cd hadden opgezet en ik had lange tijd grote moeite om mijn ongedurigheid te onderdrukken.

Nadat ik in 20 minuten alle houtsnijwerken en ramen van de kerk tot in detail had bestudeerd en nog steeds zat te schuiven op mijn stoel, heb ik maar geprobeerd me erbij neer te leggen en het te zien als een meditatieve oefening. Dat werkte. Ik werd er wat minder onrustig van en kon beter genieten van de muziek. De muzikaal interessantere stukken werden ook wat meer naar het einde toe gespeeld, dat scheelde ook een stuk. Uiteindelijk ben ik daardoor toch met een goed gevoel naar huis gegaan. Maar zoals F terecht opmerkte: een band als Lambchop komt waarschijnlijk beter tot zijn recht in een zaal als het Bimhuis- die ook een intieme setting heeft, maar waarbij door een arenaopstelling wèl iedereen de band aan het werk kan zien.

Geen opmerkingen: